De Passiebloem

De Passiebloem

In 1775/1776 werd in opdracht van Jeremias Frederik Abresch en Jan A. Ledeboer oliemolen de Passiebloem aan de Nieuwe Vecht gebouwd door molenmaker Derk van Dam.

Eind 18^e eeuw stonden aan de westzijde van de Nieuwe Vecht de molens De Hoop, de Fortuin en de Aloë, aan de oostzijde de molens de Passiebloem en de Roode Molen. Van dit oudste industriegebied is nu alleen nog de Passiebloem over.

Voor- en naslag

De Passiebloem is een met riet gedekte houten achtkant op een schuur. In de schuur vind je de oliefabriek, de houtopslag, een werkplaats en een klein winkeltje. De oliefabriek heeft een voorslag en een naslag die beide nog gebruikt worden. Ook staat er een werkend model van een olieslagerij. Onder de schuur zijn de originele oliekelders nog bewaard gebleven. Hierin werd vroeger de olie bewaard tot de verkoopprijs goed was.

De restauratie

In De gemeente Zwolle kocht in 1932 de grond waarop De Passiebloem stond aan en liet de molen door werklozen restaureren. De restauratie was in 1937 voltooid. De molen werd daarna (opnieuw) verhuurd aan N.V. Reinders olie- en veevoederfabrieken.

In 1985 is de molen gerestaureerd  en tot oktober 1998 werd nog voor de prins gedraaid. Sindsdien wordt weer op regelmatige basis olie geslagen door een groep enthousiaste vrijwilligers. In verband met de wensen van een grote afnemer van lijnkoeken heeft de molen sinds kort ook een koekenbreker, voorlopig alleen aangedreven op handkracht.